Alle commando's
Hier wordt een bepaald commando genoemd maar het kan zijn dat jij een ander commando hebt gegeven. Als voorbeeld: hier staat 'berm' en jij zegt 'gras' of hier staat 'af' en jij zegt 'lig'. Hieronder staan niet alleen commando's om te benoemen maar ook wat we hebben gedaan om voor jezelf terug te kunnen lezen
Commando | Inhoud | Waarom |
---|---|---|
Af | Een poot tussen duim en wijsvinger en de andere poot met de andere vingers pakken. De andere hand is op de schouderbladen zodat de pup niet omhoog kan komen. Pas als hij ontspant laat je los. Zodra de hond ligt zeg je ‘af’ tot hij het kent en je er echt een commando van kan maken | Honden kennen letterlijke hoogtes. Af is het enerlaagste en is ook een ontspannen houding. In de praktijk gebruik je het ook regelmatig zoals naar de plaats, knuffelen enz. |
Basis commando's | Zit, sta, af, wacht, blijf, hier, volg en vrij | Deze commando’s gebruik je het meest en is een verzamelnaam. Dit zijn dagelijkse commando's |
Berm | Je wijst naar de plek waar je je hond hebben wil. Stel je loopt op een weggetje waar soms auto’s of fietsers rijden. Je geeft het commando ‘berm’ en wijst ernaar. Daarna het commando ‘zit’ of ‘af’ | Om snel te kunnen handelen om je hond op afstand veilig in de berm kan sturen om te voorkomen dat ze worden aangereden |
Blijf | Betekent dat jij terug naar je hond gaat. Dus ‘blijf’, jij loopt weg en jij komt weer terug. De hond moet nog in zit zijn als je terug bent als je het commando ‘zit’ hebt gegeven. Het zijn 2 oefeningen. Hoe lang ga je weg en hoe ver | Als hij bijvoorbeeld in de bench zit kom jij terug. Hij hoeft niet steeds op te letten want weet dat je echt wel terug komt |
Boom | Als de riem om de boom zit wijs je met je vinger welke kant de hond op moet. Hierbij geef je het commando boom, paal, om of wat je maar wil. De hond loopt zelf dezelfde weg weer terug en jullie kunnen samen weer verder. Leer je hond beide richtingen op te kunnen. Je kan gewoon 1 commando houden of voor elke kant een | Dan hoef jij niet met je nette schoenen door het natte gras of in de poep te staan. Of je hebt maar een hand vrij. Het is ook een leuke manier om iets te doen met je hond tijdens het wandelen |
Eten | Als de pup rustig is en onderdanig geven. Je kan ook oefenen met je hand erin. Je wil eerst dat de hond je aankijkt en wanneer jij het zegt mag hij eten | Zo voorkom je baknijd of een eet obsessie maar creëer je respect |
Groeten | Het kan zijn dat je iemand tegen komt waar je even mee wil kletsen. Niet elke hond vindt het fijn om te spelen met wie je praat en je wil wel even kunnen praten zonder dat je pup alle kanten opschiet. Ook is dit een mooie voorbereiding dat je een terrasje kan pakken en je pup gewoon rustig bij je blijft liggen | Je pup leert zo de rust te vinden, krijgt duidelijk een opdracht wat zekerheid geeft en jij hebt een meer ontspannen wandeling als je ook de tijd kan nemen om even zelf te socialiseren |
Hand volgen | Door de hond te leren sturen leren ze om op je handen gericht te zijn en op jou want vaak gaat het samen met oogcontact. Je hoeft maar te wijzen en de hond weet waar hij heen gestuurd wordt. Dit voorkomt dat jij gefrustreerd raakt omdat de hond steeds terug komt en geeft de hond ook duidelijkheid. Ze ben jij dus een stabiele roedelleider | Om goed met je hond te kunnen communiceren zijn handcommando’s ideaal. Als je ze eenmaal gebruikt kan je niet meer zonder. Het is zo fijn. Voor de hond is het ook erg fijn. Als je kijkt hoe de honden onder elkaar communiceren is dat via hun lichaam en geur. Dit is dus iets wat ze al kennen en daardoor ook makkelijk op zullen pakken |
Hier | Ook als hij aan het spelen is met andere honden moet hij leren luisteren dat als je ‘hier’ zegt hij dat ook moet doen. Hij moet recht voor je komen te zitten. Zo kan hij oogcontact met je maken en kan je hem laten weten wat je daarna wil. Als je hond losloopt en je geeft dit commando, kan je om te oefenen hem daarna ook weer vrij geven. Zo denkt hij niet dat als hij het commando hoort dat hij wordt aangelijnd. Maakt er ook even een contact moment met elkaar van. Je doet het immers voor allebei en gaat niet alleen voor je hond naar het bos om hem te laten rennen | Zo kan je voorkomen dat hij in een gevaarlijke situatie komt, dat je niet heel lang hoeft te wachten op je hond om weer naar huis te gaan. Ook voor het apporteren is dat wel handig |
Kant | De hond gaat letterlijk van de ene naar de andere kant. Dit wordt o.a. gebruikt tijdens het passeren, of je vindt het fijner dat de hond even aan je andere kant gaat lopen | Zo kan je de hond sturen waar hij moet lopen. Het is fijn als de hond aan beide kanten kan lopen. Wat als je last hebt aan je arm hebt. Links is natuurlijke plek van volgen maar naast de fiets moet rechts van de wet |
Kijk | Je bouwt steeds verder op dat de hond je aankijkt. Dat is zowel qua hoe lang de hond naar je kijkt als hoe vaak. Wil hij iets met je communiceren is dit natuurlijk heel mooi en ook om meer rust in je hond te krijgen | Oogcontact helpt de band tussen jou en je hond te versterken. De hond geeft jou eerst de aandacht en de focus is op jou waardoor hij niet gelijk op zijn eten af zal stormen of niet meteen achter die ene hond aanschiet. Dat is een goed begin van de activiteit |
Kom | ‘Hier’ betekent dat de hond echt bij je moet komen en het commando ‘kom’ is dat hij met je mee moet komen. Dus jouw richting op. Als hij bijvoorbeeld speelt of even afdwaalt geef je het commando ‘kom’ met een arm beweging en komt de hond weer met je mee | Dit is een ideaal commando als je hond losloopt. Je wil dat hij met je mee gaat maar echt helemaal bij je komen hoeft niet |
Laat | Voor de pup iets pakt ‘laat’. Met 2 pups is het voordat de pup de andere pup heeft aan kunnen raken. Als je ‘laat’ zegt en de pup heeft de ander aangeraakt heeft hij in zijn kop al gewonnen | Dat jij altijd de controle hebt als leider en de hond duidelijkheid kan geven wat de hond nodig heeft |
Laat hond (Je zegt gewoon 'laat') | Nu is het tijd om de baas te volgen dus geef het commando ‘laat’ en gewoon gaan lopen. Dus hij leert dat hij niet steeds hoeft te trekken om naar die ene hond te gaan. Jij bepaalt wanneer het wel of niet tijd is. Je hebt niet altijd tijd | Zo voorkom je dat hij met anderen meeloopt en dat als jij het wil dat hij bij je blijft. Ook als hij aan de lijn zit weet hij dat hij met jou mee moet |
Los | * De wangen tussen de kiezen of op het gehemelte kriebelen | Om te voorkomen dat ze iets gevaarlijks eten en dat jij altijd het commando ´los´ kan geven |
Naast | Een ander commando die je kan geven is ‘voet’. Het betekent dat de hond naast je moet komen en vervolgens zeg je ´volg´ zodat je weer kan wandelen zonder dat je over hem heen struikelt | De hond zit naast je en niet voor je. Dus niet in de beschermingsmodus. Je kan mensen langs laten komen enz |
Oversteken | Pup wacht, baas stap op de weg. Als er een auto komt kan je gelijk weer terug en zit de pup nog veilig op de stoep. Komt er niks aan kan je gelijk weer doorlopen en zeg je ´volg´ | Zo voorkom je dat de hond de weg opschiet en wordt aangereden. Hij leert dat hij altijd op de stoep moet tenzij jij anders zegt |
Passeren | Zorg ervoor dat jij altijd tussen je eigen en de andere hond loopt. Loopt je hond aan dezelfde kant van de andere hond geef je het commando 'kant' en is je hond veilig. Maakt je hond oogcontact en maakt hij een beweging om naar de andere hond te gaan geef je het commando 'laat' | Het is niet de bedoeling dat je hond met alle andere honden kan kennis maken want niet iedereen wil dat. Je geeft op deze manier ook duidelijkheid aan je hond en je kan beide beschermen doordat je ertussen loopt |
Spelen | Als honden aan elkaar gewaagd zijn kan het spel oneindig lang duren. Zeker honden van hetzelfde ras omdat ze dezelfde manier van spelen hebben (Husky met de kont, herder met de bek enz.) Terwijl de pups nog jong zijn laten volwassn honden nog veel toe. Maar zodra ze in de puberteit komen gaat dat veranderen | Tijdens het spelen kijken honden wie sterker is. Het is dus niet per se spelen. Jongere pups leren spelend wat normaal is en wat niet |
Spelen en weer door | Nu mogen ze even spelen, nu is het weer klaar en volg. Dus jij bepaalt | Zo kan je altijd je hond meekrijgen en weer verder lopen |
Springen | Duim in de halsband en bij de borst aaien als de pup rustig is. Ga niet buigend over hem staan maar door je hurken. Buigend komt dreigend over en met door je hurken gaan kan je voorkomen dat de pup op je springt. Dit geldt alleen niet voor alle honden dus ken je eigen hond | Zo leert de hond dat hij alleen aandacht krijgt als hij laag blijft en rustig is. Wel zo fijn. Zeker als het een grote hond is of als hij vieze poten heeft. Wat als hij het bij kinderen doet… |
Sta | Je leert het aan door als je hond zit, met een platte hand onder de buik je hond omhoog te helpen. Ook kan je onder de buik kriebelen of je zet een beetje druk op de lijn waardoor de hond gaat staan en een stap naar voren zet. Zodra hij met 4 poten stil staat benoem je het commando: ‘sta’ | Honden kennen letterlijke hoogtes. Sta is de hoogste. Het is een alerte houding. Klaar om te gaan. Je gebruikt het bij het afdrogen van je hond, bij de dierenarts op de tafel enz. |
Stoep | Zodra de hond met 4 poten op de stoep staat geef je het commando ‘stoep’. Je kan het ook op grotere afstand oefenen | De hond moet altijd op de stoep tenzij jij toestemming geeft om eraf te gaan. Dit kan zijn leven redden! |
Volg | Meelopen aan de lijn of los naast je. Dus niet alle tuinen in, poot omhoog voor de reuen. De reu mag niet steeds plassen. Leer hem 1 of 2 keer mag | De hond loopt altijd naast je tenzij je vrij geeft of iets anders zegt. |
Vrij | Eerst in zit, oefenen met oogcontact en dan vrij. Hij heeft dan even aandacht voor jou en is niet gefocust op het loslopen voor dat moment | Zo schiet de hond niet weg maar heeft hij meer aandacht voor jou en is hij rustiger met vrijlaten |
Vrij aan de lijn of los | Het is hetzelfde. De hond mag niet uitvallen, niet weglopen/trekken aan de lijn, niet achter katten aan gaan enz. Als de pup vrij heeft aan de lijn mag je even meelopen zodat hij zijn behoefte kan doen, maar zonder te trekken | Dan weet de hond wanneer het tijd is om te volgen en wanneer hij even zijn behoeften kan doen of lekker mag spelen en rennen |
Vuurwerk | Blijf de vuurwerk geluiden het hele jaar door oefenen. Ondanks dat er niet meer zo veel vuurwerk wordt afgestoken kan je de geluiden blijven afspelen want dan schrikt hij ook niet zo snel van onverwachte geluiden | Om te voorkomen dat je hond bang wordt voor vuurwerk en hij aan de medicatie moet om hem te kalmeren enz. |
Weg | Stel je hebt eten op de salon tafel staan moet de hond daar afstand van houden. Doet hij dat niet wijs je waar je wil dat hij heen gaat en zeg je ‘weg’. Blijf dit herhalen tot hij blijft op de plek waar jij hem hebben wil. De aanhouder wint | Ruimte geven betekent respect in de dierenwereld. Als je de hond even niet bij je in de buurt wil kan je hem naar een bepaalde plek sturen |
Wacht | Betekend dat er nog een opdracht komt. De hond moet de baas in de gaten houden. Het vervolg commando kan volg zijn, hier enz. | De hond moet op blijven letten en leert geduld te krijgen. Ook met afleiding. Jij bepaalt |
Zit | Een hand op de borst of riem recht omhoog en de andere hand om de kont. Door de riem recht omhoog te doen kan hij geen kant op. Ook leert hij dat druk op de riem het commando ‘zit’ betekent | Zit is de middelste hoogste. Het is in de dierenwereld een afwachtende houding. Ook kan je je hond tot rust brengen als hij te opgewonden is. Zit is ook een houding dat hij even op dezelfde plek blijft |
* Los
Aan beide kanten vingers op de wangen en tussen de kiezen duwen. Zo gaat de bek op en kan je makkelijk zonder strijd het voorwerp uit de bek halen
Achter de lange hoektand zit niet gelijk een kies. Zo doe je je vinger naar binnen, kriebelen op het gehemelte en ze spugen het voorwerp uit.