Deur
Voor je met de hond naar buiten gaat laat je hem nog in de woonkamer. Zo heb jij de tijd en ruimte om je jas aan te doen, schoenen, sleutels pakken en de riem. Laat je je hond meteen al in de gang heeft hij de kans om heen en weer te lopen waardoor hij al opgewonden wordt en zo wil je niet je wandeling beginnen. Als je je hond zover kan trainen dat hij rustig op de mat blijft zitten terwijl je alles pakt en aan doet is dat ook heel netjes. Het gaat erom dat je hond rustig is.
Als jij klaar bent doe je de riem om en zorg je ervoor dat hij niet al heen en weer voor de deur gaat lopen maar houd hem achter je. Je doet de deur open met de hond nog steeds achter je. Jij stapt als eerst naar buiten met ‘wacht’ voor de deur. Je staat nu tegenover je hond. Als hij rustig is mag hij ook naar buiten. Geef hem het commando ‘zit’ of ‘sta’ zodat je de deur achter je dicht kan doen. Als je door het hek van de tuin moet doe je het weer opnieuw. Zo begin je je wandeling niet met een opgewonden hond en kan hij niet de hele straat al hebben gecheckt waar de katten lopen etc. Hoe de hond de deur of de auto uitgaat bepaald de rest van je wandeling. Mocht je hond bijvoorbeeld een hond aan de overkant zien lopen geef je het commando 'kijk' of als hij net naar een andere kant kijkt als je gaat lopen. Zo voorkom je dat hij richting de andere hond schiet. Waar de hond heen kijkt daar gaat hij naartoe.
Om je hond beter te begrijpen, hij wil naar buiten. Dat is zijn doel. Maar om zijn zin te krijgen moet hij er wel iets voor doen. En dat is rustig worden. Elke keer als hij rustig is mag hij naar buiten. Dus dat is dus zijn koekje, zijn 'Goed zo' of aai van jou.
Let er ook op dat tijdens de wandeling je hond niet in een hele opgewonden modus komt. Stop dan desnoods even, zet hem in zit en laat hem wat tot rust komen. Dan ga je weer verder. Zo leert hij ook een grens in hoe hoog hij in de opwinding mag komen.
Je kan deze oefening ook verder uitbreiden. Hij mag niet zomaar naar buiten. Alleen als jij het zegt. Oefen bijvoorbeeld dat hij binnen moet blijven en dat jij iets in de tuin opruimt bijvoorbeeld. Dan kom je weer terug. Zo kan je dat uitbreiden door steeds langer weg te blijven met de deur open. Op deze manier leert je hond dat hij niet uit zichzelf naar buiten mag, tenzij jij het zegt. Zeker als je geen hek bij je voordeur hebt. Dan is je hond veilig.